Lange tijd was het vanzelfsprekend: wie zonnepanelen plaatst, richt ze bij voorkeur op het zuiden. Maar de energiemarkt is in beweging. Door de enorme toename van zuidgeoriënteerde installaties ontstaat er een overaanbod aan stroom op hetzelfde moment — rond het middaguur. Het gevolg? Lage of zelfs negatieve stroomprijzen én toenemende druk op het elektriciteitsnet.
Daarom winnen alternatieve oriëntaties, zoals oost-westopstellingen en verticale plaatsingen, snel aan populariteit. Deze methoden zorgen voor een stabielere en meer gespreide productie over de dag, en bieden daarnaast financiële én nettechnische voordelen.
Zuidgerichte panelen produceren hun piek aan zonnestroom rond 12 uur ’s middags — precies op het moment dat het aanbod op het net het grootst is en de stroomprijs het laagst. Oost-westopstellingen daarentegen verdelen de productie beter over de dag. Panelen op het oosten wekken stroom op in de ochtend, terwijl westgerichte panelen dat vooral in de namiddag en vroege avond doen. Dat sluit beter aan bij het typische verbruikspatroon van huishoudens en bedrijven, waarbij de vraag naar stroom juist op die momenten hoger ligt.
Deze spreiding maakt het makkelijker om een groter deel van de opgewekte stroom zelf te verbruiken. Zeker nu de salderingsregeling stapsgewijs wordt afgebouwd, wordt eigen verbruik steeds belangrijker voor het financiële rendement van een installatie.
Hoewel zuidgerichte installaties in ideale omstandigheden de hoogste jaaropbrengst per paneel halen, zijn ook andere oriëntaties verrassend rendabel:
• Zuid: ± 4.100 kWh per jaar (bij 10 panelen van 420 Wp) • Oost: ± 3.500 kWh • West: ± 3.300 kWh • Noord: ± 2.500 kWh
Wat echter meespeelt, is de waarde van de opgewekte stroom. In de middag — wanneer zuidpanelen het meest produceren — kan de kilowattuurprijs sterk dalen of zelfs negatief worden. In de ochtend en avond blijft de stroomprijs meestal hoger, waardoor opbrengst op die momenten financieel aantrekkelijker is.
Oost-westopstellingen bieden nog meer voordelen. Ze zorgen voor minder piekbelasting op het net, maken efficiënter gebruik van dakoppervlak (vooral bij platte daken) en passen goed bij toekomstige energieconcepten met opslag of slim laden. Bovendien maken ze het mogelijk om installaties op daken te realiseren die eerder als ‘ongeschikt’ werden beschouwd.
Kortom: het installeren van zonnepanelen draait niet meer alleen om maximale productie, maar om slimme timing, zelfverbruik en netvriendelijkheid. Oost-west is daarin geen compromis, maar een strategische keuze — en mogelijk dé nieuwe standaard voor de komende jaren.